Schommelen als metafoor voor het socratisch gesprek.
Vandaag heb ik een onbedaarlijke drang om te schommelen.
Om te zitten op een plankje aan twee lange touwen.
Te beginnen met de benen die je in beweging zetten,
De start van het gevoel dat je even gewichtloos bent, dat punt daar bovenin,
Tot de zwaartekracht je naar beneden trekt, een korte vrije val, heel even maar.
Tijdens het schommelen is het zover mogelijk achterover hangen het allerfijnst, tot je helemaal onderin bent en net daarna, zover dat je net niet van het plankje tuimelt.
Het is een kunde om goed te schommelen, het vereist oefening en ontspanning.
Dat gevoel van de wind dat langs je gezicht streelt, het liefst met de ogen dicht. Hoe langer de touwen, hoe fijner de wind. Door de trage beweging kan je je overgeven aan de eenvoudige schoonheid van de ritmiek.
Lijf zijn
Hoofd uit
Gedragen worden in de totale doelloosheid,
Het tarten van de zwaartekracht,
Het gevoel van zweven, maar toch niet
Het loskomen van de grond, door je af te zetten.
Of als je stil hangt en de touwen indraait, dan laten vieren,
Als draaiend kijken naar wat voorbijgaat, eindeloos opnieuw,
Je weet wat je ziet, maar je ziet het niet en het maakt niet uit, omdat het niet belangrijk is.
Het gevoel van contemplatie met als onderwerp de ervaring van je lijf.
En je even afsluiten:
Van de werkelijkheid, van alles wat verstoord en afleid,
Van ontwikkelingen die zich herhalen op een andere manier,
Van die eeuwige gedachten die maar doorgaan met verbanden zien,
Van je zorgen maken…
Eigenlijk zouden er overal schommels moeten staan met een grote cirkel eromheen, voor iedereen. In elke tuin, in het ziekenhuis, op het binnenhof, bij de gemeente, bij alle scholen, in elk park, op elke parkeerplaats, gratis en voor niets, voor de volksgezondheid. Elke cirkel is gevuld met wilde bloemen, zodat je heel eventjes meevliegt met de bijen en de vlinders. Vrije ruimte om te schommelen binnen de lijnen van de oneindigheid, ruimte voor spel en plezier, contact met jezelf en met elkaar.
En je dan afvragen, wat is de zin van schommelen, maar je gedachten zijn op het hoogste punt blijven hangen, om plaats te maken voor inzicht.
Waar ging het ook alweer over? Welke ervaring? Welke gedachten? Welk lijf? Socratisch gesprek.